Beweging, stroming, school, generatie

Termen die binnen de literatuurgeschiedenis gebruikt worden om een periodecode en/of een groepsconstellatie van schrijvers (kunstenaars) en denkers aan te geven. Vaak worden deze benamingen naast en door elkaar gebruikt, hoewel ze ook een eigen, meer specifieke betekenis kunnen hebben.

Beweging verwijst in ruime zin naar een ontwikkeling of trend in de cultuurgeschiedenis en daarmee samenhangend in de literatuur. In tegenstelling tot stroming, dat staat voor een brede onderliggende dynamiek die een vernieuwing aankondigt die zich via een aantal kenmerken manifesteert (bv. nieuwe genres), is beweging een bewust en historisch begrensd ontwikkelingsproces. Ze kristalliseert zich rond een groep personen en manifesteert zich in een aantal typische kenmerken (bv. de romantic movement in Engeland, de Sturm und Drang in Duitsland).

School is een statischer begrip dat verwijst naar een groep schrijvers (kunstenaars) die het werk van een ‘meester’ in diens geest voortzetten of die een duidelijke overeenkomst in werkwijze of opvatting vertonen. De beginselen hiervan vinden vaak hun neerslag in een manifest. De term wordt veel gebruikt i.v.m. plastische kunsten (bv. School van Rubens). Als voorbeelden van literaire scholen gelden o.m. de pléiade en de école parnassienne (zie parnassus ). Scholen hebben meestal een relatief korte levensduur, maar ze kunnen wel lange tijd een vruchtbare invloed uitoefenen, vooral wanneer de beginselen die ze voorstaan, revolutionair zijn. Een school kan bv. een beweging losmaken die zich voortzet over verschillende landen. Zo bracht de Pléiade een vernieuwing in de poëzie op gang.

Generatie ten slotte is een term uit de sociale wetenschappen die een aantal individuen groepeert als tijdgenoten en hen vooral karakteriseert in verhouding tot hun voorgangers en hun opvolgers. De term generatie verwijst oorspronkelijk naar eenzelfde geboortejaar, wat een gemeenschappelijke cultuurhistorische context impliceert. In de literatuurgeschiedenis neemt men gewoonlijk niet het geboortejaar, maar het jaar (de jaren) waarin belangrijk literair werk verschijnt als vergelijkingspunt. Bij het gebruik van de term generatie bestaat er een gevaar voor veralgemening. Gewoonlijk bepalen een aantal opvallende persoonlijkheden de stijl van een bepaalde generatie terwijl andere tijdgenoten op de achtergrond verdwijnen of ten onrechte met die generatie geassocieerd worden. Overigens heeft men over het algemeen de neiging om bij generatiegenoten verwante trekken te beklemtonen en individuele verschillen te verdoezelen. Voorbeelden van literaire generaties in de Nederlandse letteren zijn de Tachtigers, de Vijftigers en de Generatie Nix*. Bekend in de wereldliteratuur zijn de Generación del 1898 (een groep Spaanse intellectuelen rond het fin de siècle, o.m. met Azorín, Onis, Ortega Munilla en Madariaga), de Lost Generation, de Duitse Gruppe 47 (o.m. met H. Böll, I. Eichinger, I. Bachmann, G. Grass) en Gruppe 61 (o.m. met Günter Wallraff en Erika Runge) en de Italiaanse Gruppo 63 (o.m. met Umberto Eco, A. Giuliani en E. Sanguinetti).

Zie ook code (kyk code), epigonenliteratuur, periode.

Literatuur: U. Weisstein, ‘Epoch, Period, Generation and Movement’ in Comparative Literature and Literary Theory, 1973, pp. 66-98. J.M.J. Sicking, ‘Periodiseren door middel van generaties’ in Forum der Letteren, 1982, pp. 46-59. St. Parkes & J.J. White (red.), The Gruppe 47: Fifty Years on a Re-appraisal of Its Literary and Political Significance, 1999. J. Torrecilla (red.), La Generación del 98 frente al nuevo fin de siglo, 2000. W. van den Akker & G. Dorleijn, ‘Talkin’ ‘bout two generations: the concept of generation in literary historiography’ in T.F. Shannon & J.P. Snapper (red.), Janus at the Millennium, 2004, pp. 11-24.