(Gr. niet uitgegeven). Een kort verslag van een kenschetsende gebeurtenis van biografisch belang uit het leven van een historisch persoon. De nadruk ligt hierbij niet zozeer op de kunstzinnige bedoeling als wel op de onderhoudende waarde; vandaar het belang van de pointe . Hoewel de anekdote erg in trek was als functioneel retorisch procedé gedurende de middeleeuwen (exempel ), is ze pas tijdens de renaissance een afzonderlijk genre geworden, dat later zijn hoogtepunt bereikte bij Kleist. We vinden het genre ook dikwijls terug in almanakken. Zie ook apofthegma.
Literatuur: H. Grothe, Anekdote, 1971. # J. Koopmans & P. Verhuyck, Een kijk op anekdotencollecties in de zeventiende eeuw, 1991. Literatuur: V. Weber, Anekdote. Die andere Geschichte. Erscheinungsformen der Anekdote in der deutschen Literatur, Geschichtsschreibung und Philosophie, 1993. Literatuur; A. Bas & J. de Jong, ‘De anekdote als stijlmiddel in toespraakinleidingen’ in Tijdschrift taalbeheersing, themanummer ‘Stijl en overtuigingskracht’, 2005, pp. 172-197.