(Gr. apo-fthengesthai = duidelijk, met nadruk spreken). Benaming gebruikt in de Griekse literatuurgeschiedenis en in de patristiek voor anekdoten (Sien ANEKDOTE) over filosofen, heiligen en monniken, eindigend met een uitspraak die een levenswijsheid bevat. Indien deze uitspraak geïsoleerd wordt uit de oorspronkelijke context, dan wordt apofthegma synoniem met sententia (zedenspreuk). In de oudheid werd een verzameling beroemde apofthegmata aangelegd door Plutarchus. Uit de vroegchristelijke periode kennen we de Verba seniorum, een verzameling apofthegmata die aan de woestijnvaders worden toegeschreven. De humanist Erasmus publiceerde een eigen keuze apofthegmata onder de titel Adagia in 1500.