Catalogusverzen

(Gr. kata-legein = volledig, van begin tot einde zeggen, opsommen). Verzen die (nagenoeg) uitsluitend bestaan uit een reeks van met elkaar geassocieerde namen, zaken of begrippen. De opzet is soms didactisch-mnemotechnisch (zie ook versus memorialis), maar vaak heeft de ‘opeenstapeling’ van de opgesomde elementen ook een retorische of poëtische betekenis (bv. suggestie van veelheid of grootheid). In het volgende voorbeeld, uit de Kruishymne van Venantius Fortunatus, dient de opsomming om het lijden en de kruisdood van Christus te evoceren:

                     Hic acetum fel harundo sputa clavi lancea.

 

                     (Hier azijn en gal en rietstok, speeksel, nagelen en lans.)