(Gr. chronos: tijd; topos: plaats). Begrip dat door Mikhaïl Bakhtin geïntroduceerd en gehanteerd werd om de literaire evolutie, voornamelijk van de roman, te beschrijven. Bedoeld wordt de manier waarop de specifieke combinatie van tijd en ruimte een genre op een bepaald moment typeert. Zo roept in de gothic novel het kasteel zowel een periode (middeleeuwen) als een ruimtelijk kader op. Meer dan een setting is chronotopos aldus een genre-constituerend element.
Literatuur: M. Bakhtine, Esthétique et théorie du roman, 1982, pp. 234-398. B. Keunen, Tijd voor een verhaal, 2005, pp. 51-64.