Citaat

(Lat. citare = dagvaarden, oproepen). Letterlijke of althans ‘herkenbare’ aanhaling uit het werk van schrijvers, filosofen, e.d. Het citaat is een vorm van tekstbewerking waarbij een tekstelement uit een ander werk door inbedding* in een nieuwe context gaat functioneren. De bedoeling kan velerlei zijn: aanspraak maken op autoriteit (gezagsargument, bv. aanhalingen uit de Bijbel), het etaleren van eruditie (citaten reflecteren vaak een gemeenschappelijke cultuur of encyclopedie), ontlening van kernachtige of beeldende uitdrukkingen (gevleugelde woorden die een encyclopedie karakter gekregen hebben zoals ‘to be or not to be’ uit Shakespeares Hamlet), het ironisch spelen met bekende teksten, enz. In ruime zin zou men overigens de hele literatuur als één groot citaat kunnen opvatten. Tot in de achttiende eeuw gold nl. de imitatio (weliswaar met variatio) als opperste regel in de poëtiek en ook nu eigenen bepaalde auteurs zich het recht toe uit het literaire patrimonium te halen wat zij willen zonder zulks expliciet te vermelden (collategniek (kyk Collage) ; cf. vroegere cento). Kortom: alle schrijven is in zekere zin ‘stelen van dieven’ (G. Komrij). Zie ook allusie, plagiaat, postmodernisme.

Een typisch gebruik vindt het citaat in titels (kyk titel) en motto’s (kyk motto). Ze kunnen via associatie met de bron een heel werk (gedicht, gedichtenbundel, roman …) belichten.

Bv.      E. Hemingway, For Whom the Bell Tolls (uit Donnes Meditation 17).

            G. Greene, The Power and the Glory (uit Mattheus IV, 13).

            P. de Wispelaere, Mijn huis is nergens meer (een vers van Hans Andreus).

 

Literatuur: H. Meyer, Das Zitat in der Erzählkunst, 1961.S. Morawski, ‘The Basic Functions of Quotation’ in Sign, Language, Culture, 1970, pp. 690-705.  A. Compagnon, La seconde main ou le travail de la citation, 1979. Semiotiek van het citaat’ in Handelingen van het 39ste Nederlands filologencongres, 1986, resp. pp. 207-221 en 223-229. Cl. Sartiliot, Citation and Modernity: Derrida, Joyce and Brecht, 1993. S. Schroevers, Citaat en plagiaat, 2005.