Contrapunt

(Eng. counterpoint). 1. Term uit de musicologie die betrekking heeft op het toevoegen van een of meer stemmen bij een gegeven melodie, om een harmonische samenklank te bekomen. In ruimere zin wordt de term gebruikt voor een artistiek procedé dat gebaseerd is op significant contrast of samenspel van onderscheiden elementen, bv. het contrapunt van twee in elkaar verweven intriges, of van op elkaar betrokken episodes in een handelingsverloop.
2. In poëzie wijst contrapunt meer in het bijzonder op een metrische variatie. Wanneer in een gedicht de hoofdversvoet jambisch is ( hk ) en afgewisseld wordt met een dactylische ( ku ) of trocheïsche ( kh ) versvoet, hebben we een counterpoint. Zie ook antimetrie.
Literatuur: J.-L. Cupers, Aldous Huxley et la musique. A la manière de Jean-Sébastien, 1985, vooral pp. 203-239.