(Fr. automatisch schrijven). 1. Oorspronkelijk, in de parapsychologie: het onbewuste schrijven, soms in trance of onder hypnose, dat door negentiende-eeuwse spiritistische en occulte genootschappen beschouwd werd als het rechtstreeks overbrengen van ‘boodschappen’ van overledenen of hogere machten.
2. In de literatuurstudie: techniek ontwikkeld door de surrealisten (sien Surrealisme), waardoor zij zonder enige controle of censuur (moreel, esthetisch of politiek) hun spontane gevoels- en gedachtewereld trachtten te uiten. Rationele correctie wordt principieel afgezworen ten voordele van een ongeremde bevrijding van het onbewuste; in de praktijk hebben ze hun teksten toch vaak bewerkt. Deze programmatische spontaneïteit vindt men o.m. in het cadavre-exquisspel, ook wel eens protocol genoemd, dat eveneens op vrije associatie berust: iemand moet zonder nadenken op een gevouwen papier een vervolg schrijven bij een stuk tekst (woord of zin), geproduceerd door anderen, of moet een slechts gedeeltelijk zichtbare tekening voortzetten. Het beroemde voorbeeld waaraan het spel zijn naam ontleende, luidt: ‘Le cadavre exquis boira le vin nouveau’.
De voornaamste vertegenwoordiger en theoreticus was André Breton, vooral met zijn in samenwerking met Philippe Soupault geschreven Les Champs Magnétiques (1919).
Literatuur: Y. Duplessis, Le Surréalisme, 1950, pp. 42-47. Th.M. Scheerer, Textanalytische Studien zur écriture automatique, 1974. J.-P. Clébert, Dictionnaire du surréalisme, 1996, pp. 68-73.