(Gr. enkuklios paideia = afgerond geheel van kennis, allround opvoeding). 1. Werk dat de stand van zaken van wetenschap en kennis op een bepaald ogenblik wil omvatten, systematiseren en ter beschikking stellen, en dat in principe op alle gebieden (maar tegenwoordig ook vaak binnen een specifiek domein). Als soortnaam en betiteling van een dergelijk werk ontstond de term pas in de zestiende eeuw. Op dat moment bestonden al veel encyclopedische werken, met titels als Hortus Deliciarum (‘de tuin der heerlijkheden’, twaalfde eeuw), Imago Mundi (‘beeld, spiegel van de wereld’, twaalfde eeuw), De Natura Rerum (‘over de aard der dingen’, dertiende eeuw), enz. Later kwamen termen als dictionnaire of lexicon in gebruik, bv. met de Dictionnaire historique et critique (1697) van P. Bayle of het Konversationslexikon (1796-1811) van F.A. Brockhaus.
Concept, vormgeving en inhoud van encyclopedieën hebben in de loop der tijden sterke veranderingen ondergaan, waarbij telkens wereldbeeld en tijdgeest tot uiting komen in de manier waarop men ‘de’ werkelijkheid segmenteert en beschrijft. Vandaar ook de grote waarde van encyclopedische werken als historische bron, ook bijLiteratuur:geschiedschrijving. In de Griekse oudheid overwoog het pedagogische moment. De fragmenten die ons zijn overgeleverd, tonen ons het encyclopedische werk als leerboek voor de man die streeft naar een ruime culturele background (cf. etymologie). Vanaf de Romeinse cultuur heeft de cultuurindeling volgens de artes liberales de structuur van de encyclopedieën sterk beïnvloed. In de middeleeuwen bepaalden ook theologische doelstellingen en opvattingen (cf. de summa in de scholastiek) mee het uitzicht. Het Latijn, de lingua franca van de wetenschap, bleef de gangbare taal, hoewel af en toe vertalingen in de nationale talen ontstonden (bv. Jacob van Maerlant) onder invloed van het groeiende streven naar popularisering. In de context van de Renaissance ontstonden begrijpelijkerwijze talrijke encyclopedieën. Ze werden meer en meer in de volkstaal geschreven. Pas vanaf de zeventiende eeuw werd de alfabetische classificatie ruim toegepast; voorheen was de systematische ordening dominant. Dat had te maken met handzaamheid voor de gebruiker (verbreding van de sociale basis), maar vooral met de enorme toename van kennis én van kennisconflicten, die een eenduidige taxonomische indeling vanuit een vast perspectief meer en meer kwam bemoeilijken. De verlichting met zijn geloof in de rede, in het recht van onafhankelijk onderzoek, in de waarde van kennis, bracht o.a. de Franse Encyclopédie, ou Dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers (1751-1772) voort, het basiswerk waarnaar verwezen wordt als men het heeft over ‘de’ encyclopedie, en later ook de Encyclopaedia Britannica (eerste editie 1768-1771). De steeds sneller evoluerende kennistoename in de laatste twee eeuwen heeft geleid tot het ontstaan van gespecialiseerde encyclopedieën die een zekere exhaustiviteit beogen binnen slechts één vakgebied, zoals de Moderne Encyclopedie der Wereldliteratuur (tweede uitgave 1980-1984). De laatste tijd wordt informatie vooral opgeslagen in elektronische media als cd-rom en internet. Wikipedia, de gratis raadpleegbare en permanent groeiende encyclopedie waaraan in principe heel de internetgemeenschap kan meewerken, is ongetwijfeld de meest kenmerkende ontwikkeling van de laatste jaren.
2. In de semiotiek (U. Eco) wordt het begrip encyclopedie gebruikt ter aanduiding van de algemene culturele en artistieke bagage, niet zoals die geboekstaafd is in veeldelige werken, maar zoals die leeft in het collectieve geheugen van een bepaald publiek. Dit omvat kennis van buitentekstuele gegevens en gangbare opvattingen, wereldbeelden, kennis van genreconventies (sien Genre(s) en Conventie (literaire)) van de meesterwerken en de recente bestsellers, enz. Op deze encyclopedische competentie wordt bij het maken en begrijpen van alle mogelijke cultuurproducten voortdurend een beroep gedaan (cultural literacy).
3. De encyclopedie van een wetenschap (van de geneeskunde, van de taalwetenschappen, enz.) is dat onderdeel van die wetenschap waarin men zich bezint over de inwendige structuur ervan en over de relatie tot de aangrenzende wetenschappen (object, doelstellingen, methodes, deeldomeinen, enz.). Het gaat dus om een metawetenschappelijke reflectie, al verschijnt ze in handboeken vaak als een prewetenschappelijke fase (oriëntering van de student), waarbij ook het gebruik van de voornaamste bronnen, naslagwerken, standaardwerken, vakbibliografieën, enz. aangeleerd wordt (heuristiek).
Literatuur: R.L. Collison, Encyclopaedias. Their history throughout the ages, 1964. D. Geeraerts & G. Janssens, Wegwijs in woordenboeken, 1982. U. Eco, Semiotics and the Philosophy of Language, 1984, pp. 46-86. C. Kruyskamp, Oorsprong en geschiedenis van de Nederlandse encyclopedie, 1987.