Exegese

(Gr. uiteenzetting, verklaring < ex-ègeisthai = aan het hoofd staan van, voorschrijven, uiteenzetten, verklaren). In de Romeinse oudheid waren exegeten professionele en/of officiële interpretatoren van orakelspreuken, voortekenen (omina) en dromen. Nu staat exegese voor de filosofische en hermeneutische (sien Hermeneutiek) verklaring van gezaghebbende teksten, meer in het bijzonder van de Thora, de Bijbel of de Koran en van wetteksten (zie Bijbelinterpretatie, Talmoed ). In de Literatuur:studie werd het begrip verdrongen door de term interpretatie.

De exegese is een praktijk die reeds in de Bijbel wordt vermeld; o.m. psalm 78 en Ezechiel 18 verwijzen naar een herlezing van de geschiedenis van Israël. Sindsdien onderwerpen zowel het judaïsme als het christendom de gewijde teksten aan een voortdurende herinterpretatie en actualisering. Deze opvatting van de exegese staat tegenover de idee dat de Schrift het Woord zelf van God is en altijd letterlijk moet worden genomen. 

Literatuur: Cl. Coulot, Exégèse et herméneutique: comment lire la Bible, 1994.