(Lat. fabula = vertelling, verhaal). Kort didactisch verhaal, van volkse oorsprong, vaak in versvorm, dat een algemeen bekende waarheid of wijsheid aan de hand van een treffend (voor)beeld illustreert en bevestigt. Het slot van het verhaal is meestal een zedenles (epimythium*). De toon van de fabel kan spitsvondig of satirisch zijn, maar ook moraliserend en belerend. Kenmerkend is verder de transpositie van menselijke verhoudingen, zeden of gewoontes naar de onbezielde (bv. planten) of naar een alternatieve bezielde wereld (bij voorkeur dieren). Vandaar dat vele fabels ook allegorisch geïnterpreteerd kunnen worden. De fabel is verwant met het Sprookje (volkse karakter), maar ook met de parabel en de allegorie. In tegenstelling tot de parabel, die een particulier gegeven verwerkt en die gesitueerd wordt in een concrete context (bv. als antwoord op een vraag), stuurt de fabel aan op algemene waarheden. Van de allegorie onderscheidt de fabel zich dan weer door zijn directheid en zijn eenvoud. De transposities zijn veel minder complex en niet tot in het detail uitgewerkt.
De fabel was reeds populair in de klassieke oudheid (bv. Aesopus en Phaedrus) en kende navolging in de middeleeuwen, de renaissance en de zeventiende eeuw. De term Esopet werd vaak gebruikt als synoniem voor een fabelverzameling (al of niet met teksten van Aesopus). Belangrijke fabeldichters zijn La Fontaine, Gellert en Lessing. Deze laatste ontwierp overigens een theorie over de fabel. In de NederlandseLiteratuur: kunnen we J. Cats vermelden. Omwille van het belerende en moraliserende karakter kreeg de fabel een vaste plaats in schoolboeken en vanaf de achttiende eeuw ook in de kinderliteratuur. Hedendaagse jeugdauteurs als Janosch en A. Lobel hanteren het model op een verrassend creatieve manier.
Literatuur: J.F. Heijbroek, De fabel: ontwikkeling van eenLiteratuur:soort in Nederland en Vlaanderen, 1941. Th. Noel, Theories of the Fable in the Eighteenth Century, 1975. R. Dithmar, Die Fabel. Geschichte, Struktur, Didaktik, 19825. H. J. Blackham, The fable as literature, 1985. A. Schippers, Middelnederlandse fabels. Studie van het genre, beschrijving van collecties, catalogus van afzonderlijke fabels, 1995.La Fontaine et la fable, themanummer Revue de Littérature Comparée, 1996.