1. Een Latijnse dramatische vorm waarvan verschillende types kunnen worden onderscheiden. De voornaamste zijn:
– Fabula atellana. Een klucht, waarschijnlijk naar de Campanische stad Atella (It.) genoemd, die aanvankelijk in het Oskisch en sinds het tweede kwartaal van de tweede eeuw v.C. ook in het Latijn werd opgevoerd. Inhoud en taal waren volks en de personages stereotiep: Maccus (de hansworst), Bucco (de snoever), Manducus (de veelvraat), Pappus (de domme grootvader) en Dorsenus (de bultenaar). De atellana kende een hoogtepunt rond 90 v.C., maar bleef in trek tot de eerste eeuw n.C. Bv. Pomponius, Pappus Agricola, ca. 100 v.C.
– Fabula palliata. Een vorm van komedie of tragedie door Livius Andronicus in Rome ingevoerd in de derde eeuw v.C., grotendeels in navolging van Griekse voorbeelden. De personages droegen trouwens Griekse kledij. De naam is afgeleid van pallium (Lat. mantel). Bv. Plautus, Miles gloriosus, ca. 200 v.C. (komedie); L. Accius, Medea, tweede eeuw v.C. (tragedie).
– Fabula praetexta. Een soort historisch drama waarvan de inhoud gebaseerd was op de Romeinse geschiedenis en met bekende Romeinse helden als personages. De spelers droegen Romeinse kledij. De benaming is afgeleid van de toga praetexta, d.w.z. de toga met de purperen band (Lat. praetextus = aan de rand geweven). Bv. Naevius, Alimonium Romuli et Remi, ca. 200 v.C.
– Fabula togata. Vorm van blijspel gebaseerd op Griekse modellen, maar aangepast aan Romeinse toestanden. Ook hier dragen de spelers Romeinse kledij, o.a. de toga; vandaar de naam. Bv. Afranius, Divortium, tweede eeuw v.C.
Literatuur: M. Schanz e.a., Geschichte der römischen Literatur bis zum Gesetzgebungswerk des Kaisers Justinian, vol. 1., 19274.
2. In het verhaalonderzoek wordt de term fabula sinds het Russisch formalisme ook gebruikt ter aanduiding van de keten van motieven* van een verhaal in hun chronologische en logische volgorde, zonder rekening te houden met de concrete manier waarop de motieven in het verhaal verschijnen (zie suzjet). De fabula is dus vergelijkbaar met de gereconstrueerde inhoud ervan. Zie ook Formalisme, Plot/story.
Literatuur: R. Engbersen, ‘Fabula’ in W. van Peer & K. Dijkstra (red.), Sleutelwoorden, 1991, pp. 49-57.
3. In de middeleeuwse*Literatuur: wijst het begrippenpaar fabula/historia op het probleem van de fictionaliteit.