Gnomische vormen

(Gr. gnomè = inzicht, verstand). Verzamelnaam voor diverse korte vormen van wijsheidsliteratuur die een algemene gedachte of raadgeving op een pregnante manier, in proza of in verzen uitdrukken. Men kan, op grond van lichte nuanceverschillen in de uitgedrukte gedachte of de formulering ervan, een onderscheid maken tussen spreekwoord, spreuk, sententia of gnome, aforisme en maxime.

1. Het spreekwoord is de uitdrukking van een algemene waarheid of wijsheid in een korte, onveranderlijke formulering die vaak treft door haar ritme en/of klankpatroon. Het komt anoniem tot stand en vertolkt gewoonlijk zulke algemeen menselijke ervaringen en opvattingen, dat het telkens weer toepasbaar is op nieuwe situaties en omstandigheden.

Bv.      Rust roest

            Wie laatst lacht, best lacht.

2. De spreuk is een korte zegswijze van didactische, moraliserende of godsdienstige aard (t.o. spreekwoord), wat ook haar meer verheven karakter verklaart.

Bv.      Een vadsige hand kweekt armoe,

            de hand der vlijtigen maakt rijk.                     (uit Het Boek der Spreuken, X, 4)

3. In de sententia of gnome, die van literaire oorsprong is in tegenstelling tot spreekwoord en spreuk, wordt een veelal stichtende of althans ethische inhoud uitgedrukt (Lat. sentire = aanvoelen, een mening hebben) in een ritmische en eufonische formulering. Sententiae kunnen afzonderlijk verschijnen, maar komen vaak voor binnen een groter literair werk. Het genre kende een bloei in de klassieke Griekse en vooral de LatijnseLiteratuur:, o.m. bij Tacitus, Juvenalis, Martialis, Ovidius, enz. Er verschenen zelfs verzamelingen van dit genre, o.a. Dicta of Disticha Catonis. Een van de gebruikelijke initiatieoefeningen in de antieke retoriek bestond overigens in het schrijven van een verhandeling over een sententia.

Bv.      Donec eris sospes, multos numerabis amicos;

            tempora si fuerint nubila, solus eris.    (uit Ovidius’ Tristia)

            (In gunstige tijden heb je vele vrienden, maar in ongunstige ben je alleen)

4. Het aforisme (Gr. afgrenzing, definitie) bedient zich, in tegenstelling tot de sententia, van ongebonden, kernachtig proza om een gedachte pregnant uit te drukken. Het onderscheid met spreuk en spreekwoord ligt hierin dat het aforisme een persoonlijker, minder algemeen-volkse ervaring uitspreekt. Het wordt nl. meestal geplukt uit het werk van wijsgeren en literatoren. Dit verklaart tevens waarom het vaak opgebouwd is op stijlfiguren als antithese, paradox en parallellisme. Het aforisme ontstond eigenlijk in de zestiende eeuw (Bacon, Montaigne …) en kende vooral succes in de zeventiende en achttiende eeuw met auteurs als Gracián, Quevedo, Pascal, La Bruyère, enz.

5. De met het aforisme zeer verwante maxime ten slotte (van Lat. maxima regula of propositio = hoogste regel, zin) vertolkt een algemene levensregel (stelregel) van het menselijk handelen, i.c. van de eigen levensprincipes die een auteur wenst uit te drukken. Zo’n stelregel wordt meestal in aforistische vorm onder woorden gebracht; vandaar dat beide termen vaak voor elkaar worden gebruikt. De maxime kende eveneens haar bloeiperiode in de zeventiende en achttiende eeuw, vooral in Frankrijk. Bv. La Rochefoucauld, Réflexions ou sentences et maximes morales (1665); Vauvenargues, Sentences et Maximes (1747).

6. Een wat aparte vorm, die uitsluitend in de SpaanseLiteratuur: lijkt voor te komen, is de greguería (Sp. verward of onbewust geschreeuw). ‘Uitvinder’ van het genre is de essayist en romancier Ramón Gómez de la Serna (1888-1963), die zich liet inspireren door de gewaagde metaforen van barokkunstenaars als Quevedo en Góngora. De greguería is moeilijk precies te omschrijven; hij wordt gekenmerkt door concisie, humor en verrassend beeldgebruik, waardoor hij nu eens op een epigram of een aforisme, dan weer op een haiku, bon mot of  woordspeling gelijkt. Enkele voorbeelden uit Gómez de la Serna’s Total de Greguerías (1955), vertaald door Paul Claes (Heibel, 1981, pp. 38-49):

De maan is de spiegel van de wastafel van de nacht

Spreken is schrijven in de lucht

Obelisk: thermometer voor hoge temperaturen

Andere gnomische vormen zijn verder nog het epigram* en het raadsel*. Zie ook einfache* Formen.

Literatuur: F.H. Mautner, ‘Maxim(e)s, sentences, Fragmente, Aphorismen’ in Proceedings ICLA, 1966, pp. 812-819. G. de Ley, Het aforisme, 1978. W. Mieder & A. Dundes (red.), The Wisdom of Many. Essays on the proverb, 1981. Proverbium. Yearbook of International Proverb Scholarship (1984-). W.O. Kaufmann, The Anthropology of Wisdom Literature, 1996. W. Mieder & G.B. Bryan (red.), Proverbs in World Literature. A Bibliography, 1996. C. Besa Camprubi, ‘Formes brèves: maxime, aphorisme, proverbe’ in Rivista di letterature moderne e comparate, 1999, pp. 1-15. W. Mieder, Aphorismen, Sprichwörter, Zitate. Von Goethe und Schiller bis Victor Klemperer