Aanduiding voor die teksten uit de Arthurepiek* waarin de zoektocht naar de graal centraal staat. Over de oorsprong en de diepere betekenis van de graal zijn de meningen verdeeld. Is het een getransponeerde oosterse mythe, een archetype voor de kennis van het bovennatuurlijke, de steen der wijzen, of is het, zoals meestal wordt aangenomen, de verwerking van een oud Keltisch sprookjesmotief, nl. een wonderding dat alle wensen van zijn bezitter vervult? Wat er ook van zij, als de graal in onzeLiteratuur: optreedt, is hij verchristelijkt; het is de schotel of beker die Jezus gebruikte bij het Laatste Avondmaal of de schotel waarin Jozef van Arimathea het bloed van de gekruisigde Christus opving. De graal brengt de bezitter materieel en geestelijk geluk. Hij wordt bewaard in de graalburcht en enkel een volkomen reine ridder kan het mysterie van de graal volledig doorzien. De zoektocht of ‘queeste’ naar de graal is bron voor vele avonturen van menig ridder. Bv. Chrétien de Troyes, Perceval (einde twaalfde eeuw); Wolfram von Eschenbach, Parzifal (ca. 1210).
Literatuur: F. Bogdarow, The romance of the Grail, 1966. M. Joye, ‘De Middelnederlandse Graalromans: overzicht en enkele vaststellingen’ in Leuvense Bijdragen, 1974, pp. 151-164. J.D. Janssens, De Graal en de ridders van de Ronde Tafel, 1995. R. Baudry, Graal et littératures d’aujourd’hui, 1998.