Hekelzang

(hekel = werktuig met scherpe tanden; verg. over de hekel halen). Gedicht dat bijtende spot wil leveren op personen of groepen d.m.v. karikatuur. Veelal neemt de (anonieme) dichter een andere stand op de korrel dan die waartoe hij zelf behoort. Zo wordt in de vagantenliederen gespot met de geestelijkheid; het ‘Kerelslied’, opgenomen in het Gruuthuse handschrift (veertiende eeuw) hekelt dan weer de lagere stand. Tijdens de reformatie en de contrareformatie werden heel wat gedichten geschreven waarin wederzijds de andere geloofsgemeenschap wordt bekritiseerd. Voor het hekeldicht in de oudheid, zie epigram, jambische poëzie en satire. Zie ook geuzenliederen.