(Lat. in-provisus = on-voorzien). Toneelstukje, voordracht, muziekwerk, enz. dat bedacht wordt op het ogenblik van de uitvoering. Improvisatie is een product van vrijheid, toeval en fantasie en baseert zich meestal op een minimaal schema van karaktertypes (type), opposities en actiewendingen. Dit minimum aan bindingen, gekoppeld aan een maximum aan vrijheid hebben het genre altijd zeer populair gemaakt. Uitschieters waren de middeleeuwse vagantenpoëzie (sien Vagantenliederen, vagantenstrofe)en de Italiaanse commedia dell’art. Tegenwoordig wordt de improvisatie vaak aangewend in happenings (sien happening) en, met therapeutische doeleinden, in het psychodrama.
Literatuur: S. Stanley & A. Dijkstra (red.), Drama door improvisatie, 1983. M. Rinné, L’invention narrative. De l’improvisation orale à la littérature, 1986.