Groep van zingende en dansende personages die op het toneel gezamenlijk optreden. In de tragedie was het koor aanvankelijk de enige dramatische tegenspeler van de individueel optredende held. In de gesproken gedeelten is het de koorleider (coryfee) die optreedt in naam van het koor. In latere toneelstukken, waar de actie gedragen wordt door verschillende acteurs, treedt het koor op als vertegenwoordiger van het gewone volk of van het publiek. Doorgaans fungeert het als klankbord en als moraliserende (of, in komedies, ironiserende) commentator van de gebeurtenissen. Bovendien kan het een structurerende betekenis krijgen als afsluiting van de verschillende bedrijven (zie rei).
De evolutie van het koor vertoont een duidelijk functieverlies. Behalve als muzikaal element in de opera en als structuurelement in het episch theater wordt het koor nog zelden gebruikt in moderne theatervormen, ondanks pogingen tot revaluatie (bv. door T.S. Eliot in Murder in the Cathedral, 1935), en het gebruik van massafiguratie in het expressionistische toneel. Zie ook parabasis, rei.
Literatuur: Th. B.L. Webster, The Greek Chorus, 1970.