Kwatrijn

(Fr. quatrain < quatre = vier). Een strofe of een gedicht van vier verzen. Zo vormen de eerste acht verzen van een sonnet twee kwatrijnen met het geijkte rijmschema abba. Het specifieke rijmschema aaba is eigen aan het oosterse of Perzische kwatrijn dat een afgerond geheel, een gedicht op zichzelf vormt. Ondanks zijn beperkte omvang biedt zo’n gedicht meestal een treffend verwoorde levenswijsheid. De Rubaiyat (ca. 1100) van Omar Khayyam is de meest bekende Perzische kwatrijnenbundel. De vroegtwintigste-eeuwse Nederlandse dichters P.C. Boutens en J.H. Leopold hebben een aantal van deze kwatrijnen vertaald.

Bv.      Een pottenbakker zag ik aan zijn wiel,

            Die ‘t leem mishandelde met vuist en hiel.

            Daar zuchtte ‘t weerloos stof: Hanteer mij lichter

            Ook ik was mens eer ik hiertoe verviel.

(P.C. Boutens, Rubaiyat. Honderd kwatrijnen van Omar Khayyam, 1913)

Literatuur:  J.D.Ph. Warners, Het Nederlands kwatrijn, 1947.