Lai, lay

Dichtvorm uit de middeleeuwse Franse literatuur, ontstaan uit de Latijnse sequentia. Men onderscheidt de ‘lai narratif’ en de ‘lai lyrique’. De lai narratif is een kort verhaal in octosyllaben (sien octosyllabisch) met gepaard rijm waarvan het onderwerp meestal ontleend is aan de cyclus van de Tafelronde (dertiende eeuw), bv. de Lais van Marie de France. De lai lyrique is een gedicht met formeel van elkaar verschillende strofen die elk op een andere melodie werden gezongen, bv. de Lais et Descorts uit de dertiende eeuw. In de veertiende eeuw ten slotte wordt de naam lai gereserveerd voor twaalf-strofische gedichten waarvan elke strofe op twee rijmen is gebouwd en die uit twee delen met een gelijk rijm- en metrumschema bestaan, bv. de Lais van Guillaume de Machault (vóór 1377).

Literatuur: J. Frappier, ‘Remarques sur la structure du lai’ in La littérature narrative d’imagination. Colloque de Strasbourg (1959), 1961, pp. 23-38. H. Baader, Die Lais, 1966. L. Wolff, The implied author in the Lais of Marie de France, 1989.