Lisible/scriptible

Onderscheid gemaakt door de Franse criticus Roland Barthes tussen ‘leesbare’ (lisible) en ‘schrijfbare’ (scriptible) literaire teksten. Teksten van de eerste soort nemen bekende literaire en culturele codes ongewijzigd over. Ze zijn daardoor slechts tot op zekere hoogte polyinterpretabel (sien Polyinterpretabiliteit) en lijken een oorspronkelijke en coherente betekenis te hebben. In feite wordt de ‘juiste’ lectuur aan de lezer opgedrongen, de lezer wordt in een passieve, receptieve rol gedwongen. Een voorbeeld hiervan is de klassieke realistische roman. Een schrijfbaar werk daarentegen, zoals de Nouveau roman, doorbreekt de traditionele codes in die mate dat elke inperkende lectuur onmogelijk wordt. De schrijfbare tekst is a.h.w. nog niet leesbaar (hij wordt door de traditionele kritiek vaak ‘onleesbaar’ genoemd) en daardoor betrekt hij de lezer actief bij het vormen van tekstbetekenissen. Elke ‘lecture’ wordt daardoor ook een ‘écriture’; de lezer wordt gepromoveerd tot coauteur, tot tekstproducent.