(Lat. manu-festus = hand-vast, tastbaar, klaar, duidelijk). Programmatisch geschrift waarin een groep gelijkgezinde auteurs hun denkbeelden en voornemens bekend maakt in de vorm van een afzonderlijke brochure of een tijdschriftartikel (bv. bij het stichten van een nieuw tijdschrift). Bekende literaire manifesten zijn die van F.T. Marinetti, Manifeste du futurisme (1909) en A. Breton, Les manifestes du surréalisme (1924, 1929, 1942). Een manifest markeert een breuk en zet zich polemisch af tegen vormen van literatuur die als voorbijgestreefd worden ervaren. Bij het schetsen van het eigen profiel beroept men zich vaak op andere modellen, buitenlandse of oudere, waaraan autoriteit ontleend wordt. Zie ook polemiek, pamflet.
Literatuur: Les Manifestes, themanummer Littérature, 1980. R. Vervliet, De literaire manifesten van het fin de siècle in de Zuidnederlandse periodieken 1878-1914, 1982. F. Drijkoningen e.a., Historische avantgarde, 1982. R. Grüttemeier, ‘Das Manifest ist tot – es lebe das Manifest. Über die poetologische Dimension der Debatte um postmoderne Manifeste’ in H. van den Berg (red.), Avantgarde Critical Studies, 1998, pp. 367-383. E. Spinoy, ‘Pump up the volume: mogelijkheid en onmogelijkheid van het manifest in postmoderne tijden’ in J. Baeke e.a. (red.), Het koekoeksnest: manifesten van de jaren negentig, 1994, pp. 102-123.