(Dts. Kriminalroman). Overkoepelende term voor verhalen over een of meer misdadigers of een misdaad. Voorlopers van dit genre vindt men reeds in de achttiende-eeuwse ‘criminal biographies’ (bv. Defoe, Moll Flanders, 1722; Fielding, Jonathan Wild, 1743) en in reeksen als de Newgate Calendar (1773 e.v.) en de Causes Célèbres et Intéressantes (1734 e.v.). In de loop van de negentiende eeuw (E.A. Poe, Eugène Sue) kreeg de misdaadroman een belangrijke variant, het detectiveverhaal (sien Detective en Verhaal), waarbij de klemtoon verschoof naar de ontmaskering van de misdaad. Het genre wordt vaak tot de consumptieliteratuur (lectuur) gerekend, al kan men met goed recht ook gecanoniseerde romans als Dostojevski’s Misdaad en Straf (1866), A. Döblins Berlin Alexanderplatz (1929) en Faulkners Light in August (1932) misdaadromans noemen en is de grens met de belletrie de laatste tijd erg vervaagd.
Bekende twintigste-eeuwse schrijvers van misdaadromans zijn in Frankrijk het duo Boileau-Narcéjac, in het Duitse taalgebied Fr. Dürrenmath, en in het Angelsaksische taalgebied Dorothy L. Sayers, John Le Carré en Ian Fleming (zgn. spionageroman). ‘Hardboiled’ versies schreven D. Hammett, R.T. Chandler en meer recent M. Spillane en P. Highsmith. Voor de Nederlandse literatuur zijn o.m. te vermelden Havank, Th. Ross, J.W. van de Wetering, J. Geeraerts en P. Aspe. Misdaadverhalen maken een erg belangrijk deel uit van het huidige fictieaanbod. Ze worden intensief van marketing ondersteuning voorzien. Zo zijn er initiatieven als ‘De Zomer van het Spannende Boek’, prijzen als ‘De Gouden Strop’, en het feit dat misdaadverhalen een middel geworden zijn om kranten te verkopen. Auteursnamen zijn merknamen geworden: Henning Mankel, Nicci French, Liza Marklund, bij ons Pieter Aspe. Opvallend zijn de reeksen die aan politiemensen of detectives (sien Detective) opgehangen worden: bij Aspe is dat inspecteur Van In, bij Mankel inspecteur Kurt Wallander, bij Marklund journaliste Annika Bengtzon. Het genre heeft vooral bekendheid gekregen via bewerkingen voor film en televisie (verg. de Duitse ‘krimi’).
Literatuur: J. Symons, Moord en doodslag. Een geschiedenis van het misdaadverhaal, 1976. P. Nusser, Der Kriminalroman, 1980. J. Atkins, The British Spy Novel, 1984. Nederlandse misdaadliteratuur, themanummer Bzzlletin, 1986. S.R. Munt, Murder by the Book? Feminism and the Crime Novel, 1994. J.C. Roosendaal e.a. (red.), Moorden met woorden: honderd jaar Nederlandstalige misdaadliteratuur, 2000. L. de Vos, Schrillers: de stille, de stoere en de schoft: aanzet tot een beknopte geschiedenis van het Vlaamse misdaadverhaal 1898-2003, 2003.