NUR

Het letterwoord NUR staat voor Nederlandstalige Uniforme Rubrieksindeling en vervangt sinds april 2002 de NUGI (Nederlandse Uniforme Genre Indeling). Het verwijst naar een instrument dat uniformisering beoogt in de registratie van boeken en dit vooral met het oog op de marketingsituatie. De NUR-code, die toegekend wordt door de uitgever, bestaat uit een rubrieksindeling (hoofd- en subrubrieken) in een driecijferige code. Alle hoofdrubrieken, meestal ‘rubriek x algemeen’ genoemd, eindigen op een ‘0’. Subrubrieken eindigen op een cijfer van 1 tot 9. Voldoet geen van de bestaande subrubrieken dan valt men terug op een hoofdrubriek. De NUR-code is verplicht voor alle Nederlandstalige publicaties of andere uitgeefproducten (bv. computerprogramma’s). Door het marketinggericht opzet verschilt de NUR-code van bibliografische classificatiesystemen zoals UDC (Universele Decimale Classificatie, uitgewerkt voor wetenschappelijke bibliotheken) of het eenvoudigere SISO (Schema voor de Indeling van de Systematische catalogus in Openbare Bibliotheken), met rubrieken gaande van 000 (algemeen) tot en met 950-990 (land- en volkenkunde). NUR wil in de eerste plaats het publicatieaanbod en de marktevolutie ervan doorzichtig maken voor de branche (de codes worden gebruikt voor statistisch onderzoek), en voor de individuele betrokkenen (uitgevers, boekhandelaren) die hun uitgeefbeleid en hun aankooppolitiek daardoor beter kunnen profileren. Onrechtstreeks komt deze service ook ten goede aan de openbare bibliotheken, ook al is NUR slechts ten dele compatibel met de bibliografische classificatiesystemen. Met betrekking tot de literatuur maakt NUR een onderscheid tussen boeken voor kinderen en volwassenen en tussen fictie en literaire non-fictie. Voor deze laatste gelden de algemene rubrieksnummers 300 tot 370. Bv. 300: literaire fictie, 320: literaire non-fictie; 330: spannende boeken; 360: strips. Subrubrieken zijn dan bv. 301: literaire roman/novelle; 306: poëzie, 323: literaire essays.