1. Berg in Midden-Griekenland, toegewijd aan Apollo, Dionysus en de muzen*. In afgeleide betekenis wordt de term gebruikt voor de poëzie. Zie ook helicon*.
2. De naam Parnassiens verwijst naar een school van Franse dichters die van 1866 tot 1876 hun werken publiceerden in het literaire tijdschrift Le Parnasse contemporain (o.m. Leconte de Lisle, Sully Prud’homme en Mallarmé). Als reactie tegen de romantiek streefden zij naar een onpersoonlijke, erudiete en formeel zeer bewerkte poëzie. Als voorloper vereerden ze Th. Gautier en diens principe van l’art pour l’art* (“Il n’y a de vraiment beau que ce qui ne peut servir à rien”, préface tot zijn Mademoiselle de Maupin, 1835). Een echo hiervan vindt men in de vernieuwing van de Vlaamse letteren aan het einde van de 19de eeuw, bv. in Prosper van Langendoncks programmatische opstel ‘De Vlaamsche Parnassus’ (1888).
Literatuur: A. Racot, Les Parnassiens, 1968. R.T. Denommé, The French Parnassian Poets, 1972.