Begrip geïntroduceerd door Otto Ludwig (Shakespearestudien, 1871) voor een typische stroming binnen het Duitse realisme in de negentiende eeuw, ook wel burgerlijk realisme genoemd. Kenmerken zijn de quasiafwezigheid van een maatschappijkritische stellingname, idyllische resignatie en een distantiërende vorm van humor. Door bewust te opteren voor een subjectieve weergave van de werkelijkheid en door de uitbeelding van het lelijke of het pathologische af te wijzen, onderscheidt het poëtisch realisme zich zowel van het Franse realisme als van journalistiek proza. Typisch is verder ook de uitgesproken voorkeur voor korte vertelvormen. Als vertegenwoordigers van deze stroming gelden voor de roman Th. Fontane (bv. Effi Briest, 1895) en voor de novelle J. Gotthelf, A. Stifter, B. Auerbach, Th. Storm, G. Keller, C.F. Meyer, W. Raabe.
Literatuur: C.A. Bernd, Poetic Realism in Scandinavia and Central Europe, 1820-1895, 1995.