(Eng. kant en klaar voor het gebruik). Term uit de plastische kunsten (cf. fietswiel van Marcel Duchamp) die, toegepast op de literatuur, slaat op een object uit de werkelijkheid dat volledig of gedeeltelijk in zijn oorspronkelijke vorm in een literair werk wordt opgenomen maar er een andere functie krijgt. Zo ontstaat een spanning tussen fictionalisering en defictionalisering (zie fictionaliteit); bv. het gebruik van dagbladknipsels in L.P. Boons Menuet (1955). Sommige gedichten zijn integraal op die manier opgebouwd: een treffend prozagegeven uit boek of krant wordt uit de context geïsoleerd en in versregels ingedeeld.
Bv. Dordrecht, 25 november 1963.
l.s.
wegens de gebeurtenissen in Amerika
gaat de ouderavond vandaag niet door
de avond wordt nu gehouden
op maandag 9 december (over veertien dagen)
ook weer in de meerpaal
om acht uur
de oudercommissie (C. Buddingh’)
Andere voorbeelden vindt men o.m. bij K. Schippers (‘Vier ready-mades’, in Een Klok en profil, 1965).
Literatuur: V. Hage (red.), Literarische Collagen, 1981. K.D. Beekman, ‘Ready-mades, reportages en concrete poëzie’ in G.J. van Bork e.a. (red.), Twee eeuwen literatuurgeschiedenis, 1986, pp. 263-274 en 290-294. P.F. Schmitz, ‘Dada en het strijkijzer van Man Ray’ in Literatuur, 1987, pp. 336- 342. Th. De Duve, Résonnances du readymade: Duchamp entre avant-garde et tradition, 1989. A. Séguy-Duclot, ‘Un ready-made est-il une oeuvre d’art?’ in Poétique, 1996, pp. 3-22.