Register

 (Lat. re-gerere = terug-dragen, terugbrengen, inbrengen, registreren).

1. Alfabetisch of systematisch gerangschikte inhoudsopgave van een werk (bv. naam- of zaakregister). Met betrekking tot literaire werken zijn dergelijke naslagmiddelen (indices*) veeleer uitzonderlijk. Toch maakten vroegere vertalers en uitgevers er gebruik van om de (haastige) lezer wegwijs te maken in wat het werk hem te bieden had. Zo vindt men niet zelden bij oudere uitgaven achterin een lijst van bondig geformuleerde inhoudsopgaven (cf. argument 3) van de onderdelen van het werk (boeken, hoofdstukken …) of een reeks van pregnante uittreksels of treffende uitspraken die uit het werk werden gelicht. De bedoeling is duidelijk het werk daarmee zo aantrekkelijk mogelijk te maken voor de lezer. Zie ook concordantie.

2. Niveau of stijl van taalgebruik aangepast aan een bepaalde situatie (bv. deftig, informeel, vulgair … taalgebruik). Met betrekking tot bv. drama’s of verhalen kan het onderzoek van de taalregisters van de onderscheiden personages of van groepen personages bijzonder verhelderend zijn. Zie ook sociolect en discours.

Literatuur: A. van Rees, ‘Register’ in Spektator, 1974, pp. 433-446.  J.F. Vanderheyden, Verkenningen in vroegere vertalingen (Kon. Ac. Ned. Taal- en Letterk.), 1985, pp. 147-200.  F. Willaert, ‘Registraliteit en intertextualiteit in Hadewychs Eerste Strofische Gedicht’ in L. Herman e.a. (red.), Veertien listen voor de literatuur, 1993, pp. 165-190 (DBNL 2003).