Sinnekens

 

 

Vlottende begripsomschrijving voor middeleeuwse toneelpersonages. Aanvankelijk waren het paarsgewijs optredende duivels die de mens verleidden tot de zonde. Binnen het kader van een veranderende mensvisie evolueerden zij naderhand tot allegorische  personificaties (sien personificatie)  van boze hartstochten en eigenschappen van de hoofdpersonages. Nog later stonden zij in voor de komische intermezzi (zie tussenspel ) tussen de vaak saaie betogen en moralisaties. Ze uitten zich in ruwe taal, scheldpartijen en handtastelijkheden. Hun technische functie bestond er ook in de nodige informatie over te brengen naar het publiek. In de Reformatie kreeg hun optreden een grimmiger karakter. Een voorbeeld van moderne sinnekens zijn Blik en Tong in de Beatrijs-bewerking Ik dien (1924) van H. Teirlinck.

Literatuur: W.H. Hummelen, De Sinnekens in het rederijkersdrama, 1958. P. Happé & W. Hüsken, ‘”Sinnekens” and the Vice: Prolegomena’ in Comparative Drama, 1995, pp. 248-269.