(Russ. skazat = vertellen). Literair procedé waarbij een verhaal in de mond wordt gelegd van een verteller die in een levendig-mondelinge verhaaltrant (bv. via dialectvormen, provincialismen en stijleigenaardigheden) de sfeer van een bepaald milieu weet op te roepen. Het begrip kreeg vooral bekendheid door enkele opstellen van Russische formalisten (sien RUSSIESE FORMALISME), o.m. B. Ejchenbaum, ‘De illusie van skaz’ (1918, Ned. vertaling van M. Kregting 1997) en V. Vinogradov, ‘Het probleem van skaz in de stilistiek’ (1925). Skaz wordt als procedé vooral aangewend om volkse typen (sien type te karakteriseren en om een zgn. realistisch effect bij de lezer teweeg te brengen. Meesters van de skaz waren o.m. Gogol en Leskov. Voor de (etymologisch verwante) term skazitelli, zie byline. Zie ook Russisch formalisme (sien RUSSIESE FORMALISME).
Literatuur: I.R. Titunik, The Problem of Skaz in Russian Literature, 1963. B. Eichenbaum, ‘Die Illusion des skaz’ en V. Vinogradov, ‘Das Problem des skaz’ in J. Striedter (red.), Russischer Formalismus, 1971, pp. 161-167, resp. 168-207.M. Kregting, ‘De truc met de hoge rug. Bij Boris Ejchenbaums ‘De illusie van skaz’ in Yang, 1997, pp. 197-206.