(Gr. sun = tezamen; onoma = naam). Een synoniem is een woord dat (ongeveer) dezelfde betekenisinhoud heeft als een ander woord (t.o. antoniem: woord dat in een bepaald opzicht een tegenovergestelde betekenisinhoud heeft; bv. mannelijk t.o. vrouwelijk). Een geschikte semantische test om vormen en graden van synonymie te beschrijven, bestaat erin verwante woorden met elkaar te verwisselen in eenzelfde context. Het is overigens zeer de vraag of volledige synonymie wel voorkomt, gezien de diverse, individueel en maatschappelijk gekleurde betekenisaspecten (connotaties [sien connotatie]) die woorden met zich meedragen. Zie ook hyperonymie.
In ruimere zin zou men met betrekking tot reeksen woorden (d.w.z. zinnen en zelfs hele teksten) het verschijnsel synonymie kunnen omschrijven als een verhouding van één semantische ‘dieptestructuur’ tot twee of meer ‘oppervlaktestructuren’ (bij homonymie staat daarentegen één ‘oppervlaktestructuur’ voor twee of meer ‘dieptestructuren’). In de literatuurstudie heeft deze kwestie vooral zijn weerslag op de verhouding tussen vorm en inhoud. Volgens monistische stijlopvattingen (bv. in het RUSSIESE FORMALISME) horen vorm en inhoud inherent bij elkaar: een andere stilistische verwoording wijzigt automatisch de inhoud (zie ook de ‘heresy of paraphrase’ van de New Critics [sien New Criticism]). Dualistische opvattingen aanvaarden in zekere zin het bestaan van synonymie en stellen dat stilistische ‘varianten’ niet noodzakelijk een semantisch verschil met zich meebrengen. Zie ook stijl.
Literatuur: E.D. Hirsch, ‘Stylistics and Synonymity’ in Critical Inquiry, 1975, pp. 559-579.