Literaire beweging in Vlaanderen aan het einde van de negentiende eeuw, genoemd naar het tijdschrift met die naam (1893-1901, met een onderbreking in 1895). Zoals bij De Nieuwe Gids in Nederland (Tachtigers ) was de breuk met de traditie een belangrijke factor. De oprichters, A. Vermeylen, E. de Bom, C. Buysse en P. van Langendonck, wilden een avant-gardetijdschrift creëren dat ruimte zou bieden aan diverse opvattingen en overtuigingen, dat internationaal gericht zou zijn en dat niet uitsluitend literaire bijdragen zou bevatten. Het tijdschrift stond in grote mate open voor de andere kunsten (cf. de artistieke grafische verzorging) en had een sterk buitenartistiek engagement. De eerste reeks bevatte, naast het niet zo belangrijke creatieve werk, opstellen over sociale en wijsgerige onderwerpen, zoals het anarchisme, de vrijzinnige moraal, de Vlaamse Beweging. De soberder uitgegeven tweede reeks, na 1896, bevatte meer literair hoogstaand werk, o.a. van de hand van H. Teirlinck, K. van de Woestijne, S. Streuvels en F. Toussaint. Fundamentele meningsverschillen binnen de redactie (Van Langendonck stond bv. als katholiek tegenover de vrijzinnige Vermeylen) zorgden voor heel wat wrijvingen. Dat heeft zeker niet kunnen beletten dat de Van Nu en Straksers een belangrijke vernieuwende en verruimende invloed hebben gehad op het Vlaamse geestesleven van rond de eeuwwisseling.
Literatuur: A.M. Musschoot (inl. en commentaar), Van Nu en Straks, 1893-1901, 1982. H. Vandevoorde, ‘Een dichter van straks: de verhouding van Karel van de Woestijne tot het tijdschrift Van Nu en Straks’ in Spiegel der letteren, 2001, pp. 279-301. R. de Bont e.a. (red.), Niet onder één vlag. Van Nu en Straks en de paradoxen van het fin de siècle, 2005.