In de zeventiende en achttiende eeuw gebruikelijke benaming van een eenstrofig gedicht waarin op speels-ondeugende wijze een arcadisch minneavontuurtje wordt verteld (een meisje wordt door een minnaar verrast) dat in de laatste regels naar een erotisch stoutigheidje wordt gevoerd. Het bekendste type bestaat uit negen verzen van vier trocheeën* met wisselend rijmschema. Zeer vaak wordt het deuntje met de naam van het meisje (herderinnetje) ingezet. Een curieuze variant van het genre is het knipvers, Bv. Rozemond die lag en sliep (Hooft); Spytig Klaartje zou haar baden (Luyken).