In ruime betekenis: geëngageerde literatuur (meestal poëzie) waarin de geest van opstand en verzet van een verdrukt volk tegen een vreemde bezetter of tegen een dictatoriaal bewind tot uiting wordt gebracht. Zo zijn de geuzenliederen (Een nieu Geusen Lieden Boecxken, 1581) een directe expressie van strijdvaardig verzet tegen de Spaanse heersers in de Nederlanden tijdens de zestiende eeuw. In engere betekenis wijst de term verzetsliteratuur op Nederlandse poëzie die clandestien werd geschreven, gedrukt en verspreid tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Deze poëzie was de neerslag van een verzetsgevoel bij de auteur en wilde ook de lezer tot verzet bewegen. Verzetsliteratuur uit deze periode werd gebundeld o.a. in Het Geuzenliedenboek. Eerste vervolg (1943) en in het Vrij Nederlandsch Liedboek (1944).
Literatuur: L. Lewin, Het clandestiene boek 1940-45, 1983. H. Divendal (red.), Wie schrijft, die blijft. Schrijven onder censuur, 1991.