Volkslied

 

 

(Eng. folk song). Eenvoudig lied dat de collectieve uiting is van een gemeenschap of volk. Het heeft niet zozeer een literaire als wel een sociale betekenis (arbeidslied, danslied, enz.). De melodie is eenvoudig, de tekst primeert. Algemeen menselijke thema’s vormen de onderwerpen: liefde, dood, vreugde … De oorsprong van tekst en melodie is doorgaans niet te achterhalen, daar het volkslied mondeling ontstaat in de zingende gemeenschap. Het wordt van generatie tot generatie overgeleverd, waarbij het voortdurend wijzigingen en aanpassingen ondergaat, naar gelang van de tijdsgeest en de wisselende omstandigheden. Het is moeilijk een classificering te maken binnen het genre vanwege de heterogeniteit van zijn uitingsvormen. Enkele vaak voorkomende soorten zijn: kinder(spel)liederen, zeemans- en soldatenliederen, markt- en straatliederen (sien straatlied) , studentenliederen, liederen over beroepen, enz.

Als uiting van een ongeletterd volk, werd het volkslied lange tijd niet opgeschreven, een aantal liedboekjes en handschriften met liederen niet te na gesproken. Pas in de negentiende eeuw, toen onder invloed van de romantiek een diepgaande belangstelling ontstond voor volkskunst en folklore, ging men op zoek naar de oorsprong en de ontwikkeling ervan (bv. in Vlaanderen J.F. Willems). De laatste decennia kent het volkslied een opmerkelijke opleving, vooral onder impuls van verschillende Britse en Amerikaanse zangers en groepen. Zij brengen de traditionele volksliederen in hun min of meer oorspronkelijke vorm, bewerken ze met moderne muzikale middelen of vinden er inspiratie in voor het creëren van nieuwe folksongs (bv. Joan Baez; bij ons Wannes van de Velde).

Literatuur: J. de Vuyst, Het Nederlandse volkslied. Bibliografie 1800-1965, 2 vols., 1967. S. Top, Komt vrienden, luistert naar mijn lied. Aspecten van de marktzanger in Vlaanderen (1750-1950), 1985. A. Boone, Het Vlaamse volkslied in Europa, 2 vols., 1999.  S. Top, ‘Vlaamse volksliedcultuur. Hoogtepunten van een cultuurhistorisch proces (19e en 20e eeuw)’ in A. Defoort (red.), Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen, dl. 2, 2001, pp. 20-28.  L. Grijp, Van Hadewijch tot Hazes, 2002.