Dramatype waarvan de plot georganiseerd is volgens een vast schema: expositie, retardering, climax, afloop (zie ook tragedie). In dit type werden door Aristoteles de gewoonten van zijn tijdgenoten-dramaschrijvers (vooral Sophocles en Euripides) samengevat; vandaar de naam. Vanwege de symmetrie in de constructie (opgang, climax, neergang) noemt men het ook symmetrisch drama. Een zeker respect voor de eisen van de drie eenheden (Sien eenheid) (tijd, plaats, handeling) en causaliteit in de ontwikkeling van de handeling zijn eveneens kenmerkend voor dit soort dramatiek. Zie ook episch theater. theater.