Benaming van een naar de Griekse dichter Asclepiades genoemde antieke vers- en strofevorm. Bij het asclepiadeïsch vers kent men de twaalflettergrepige asclepiadeus minor ( gkiguigqguighio ) en de zestienlettergrepige asclepiadeus maior ( gkiguigqguigqguighio ) met na de eerste helft van de versregel een inlassing van een catalectisch adonisch vers ( guig ), ook wel eens gelezen als een choriambus ( gug ). De strofe kan in verschillende varianten voorkomen door telkens andere combinaties van deze verzen.