Renaissancistische vorm van didactische literatuur waarin het ideale beeld van een vorst in een maatschappij wordt geschetst. Als voorloper wordt wel eens Xenophons Kyropaedie (letterlijk ‘de opvoeding van Cyrus’; ca. 360 v.C.) vermeld. Door zijn direct-didactische inslag en door zijn grote betrokkenheid op de bestaande politieke realiteit onderscheidt het genre zich van de utopische literatuur . Bekende voorbeelden zijn Il Principe (1513) van Machiavelli en The Governour (1531) van Th. Elyot.
Verwant hiermee zijn de middeleeuwse en renaissancistische verhalen en traktaten (sien traktaat) waarin de vorsten een spiegel wordt voorgehouden hoe ze zich niet horen te gedragen; ze vertellen op moraliserende toon hoe bekende Bijbelse, mythologische en historische figuren door hoogmoed, hebzucht of gebrek aan godsvrucht ten onder gingen volgens het ‘tragische’ patroon van het neergaande rad der fortuin. Bekende voorbeelden uit de middeleeuwen zijn Boccaccio’s De Casibus Virorum Illustrium (ca. 1374), Chaucers The Monk’s Tale (einde veertiende eeuw) en The Fall of Princes (1431-38) van John Lydgate. Uit 1474 stamt The Mirror for Magistrates van John Higgins. Die werken vormden een rijke schat aan tragische verhaalintriges voor latere auteurs.
Literatuur; E.K. Grootes, ‘Goede raad voor Frederik Hendrik: een emblematische vorstenspiegel uit 1641’ in Literatuur, 1986, 3, pp. 144-151. H.O. Mühleisen & Th. Stammen, Politische Tugendlehre und Regierungskunst: Studien zum Fürstenspiegel der frühen Neuzeit, 1990. U. Grassnich, Ratgeber des Königs: Fürstenspiegel und Herrscherideal im spätmittelalterlichen England, 2004.