Ossianistische poëzie

1. Het corpus teksten gevonden en vertaald/zelf geschreven door de Schot James Macpherson, nl. Fragments of Ancient Poetry collected in the Highlands of Scotland and translated from the Gaelic or Erse Language (1760), Fingal, an Ancient Epic Poem in Six Books (1762) en Temora, an Epic Poem (1763), die als vertalingen werden gepresenteerd van de werken van de Keltische dichter Ossian (uit de derde eeuw v.C.). Hoewel de controversen over de authenticiteit van Macphersons ‘vondsten’ meteen na de publicatie begonnen, kon pas in de negentiende eeuw positief aangetoond worden dat het grotendeels ging om een handige mystificatie (Pseudovertaling): Macpherson had slechts beperkt gebruikgemaakt van de nog levende Keltische orale traditie (sien orale literatuur) , in feite ging het vooral om eigen werk dat overigens de stijlkenmerken van zijn tijd vertoont.

2. In ruime zin verwijst de kwalificatie ossianistisch naar een hele internationale beweging waaraan Macphersons werk mee ten grondslag ligt. Zijn gedichten hadden nl. een enorme weerklank en werden centrale teksten in een soort Keltische renaissance, een beweging in de tweede helft van de achttiende eeuw die een herwaardering van de eigen (vroeg)middeleeuwse traditie voorstond. Er volgden verschillende imitaties naar oude epische gedichten (Th. Grays The Fatal Sisters en The Descent of Odin, 1761), min of meer adequate tekstuitgaven (Th. Percys Five Pieces of Runic Poetry, 1763 en Reliques of Ancient English Poetry, 1765), verdere mystificaties (Th. Chattertons Poems supposed to have been written at Bristol by Th. Rowley and others in the 15th Century, 1777), enz. Ook op het vasteland vond de Ossianpoëzie tal van bewonderaars, imitatoren en vertalers, waaronder Goethe en de andere jonge Sturm und Dränger (sien Sturm und Drang). De context van de groeiende preromantiek was aan de ossianistische beweging niet vreemd: interesse voor het verleden, voor het autochtone (tegenover het Franse classicisme of de mediterrane oudheid), voor het primitieve en het volkse.

Literatuur: P. van Tieghem, ‘Ossian et l’ossianisme au XVIIIe siècle’ in Le Préromantisme, 1924, pp. 197-288. Q. Daas, De gezangen van Ossian in Nederland, 1961. T. Brown (red.), Celticism, 1996. Davidd Moore (red.), Ossian and Ossianism. Subcultures and subversions: 1750-1850, 4 vols., 2004.