Personalist heresy

De ‘ketterij’ waaraan een criticus zich schuldig maakt als hij een literair werk niet analyseert om dat werk te verhelderen, maar veeleer als een voorwendsel om de eigen eruditie, stilistische vaardigheid of interpretatieve schranderheid te etaleren. Dat verwijt van criticusgerichte eerder dan werkgerichte interpretatie wordt bv. soms gemaakt aan het adres van het  deconstructivisme.