(Lat. plagiarius = mensenrover). Plagiaat is een vorm van wederrechtelijke (nl. zonder bronvermelding) toe-eigening van andermans werk, ideeën, werkwijze, vormgeving e.d., m.a.w. letterdieverij. Het verschijnsel manifesteert zich eigenlijk pas als dusdanig met de opkomst van de romantiek, toen de nadruk werd gelegd op de originaliteitswaarde (sien Originaliteit) van een literair werk, en het leidde in de negentiende eeuw tot het zgn. auteursrecht. Vóór die tijd werd het kopiëren en imiteren van andermans werk anders ingeschat (zie imitatio). Hele epen en ridderromans bv. steunen op een (toen aanvaarde) vorm van ‘plagiaat’. Het correct gebruiken en citeren van bronnen is een van de deontologische basisregels van de wetenschapsbeoefening. Zie ook mystificatie.
Literatuur: H. Wagenvoort, Navolging en plagiaat in de literatuur, 1958. R. de Chaudenay, Dictionnaire des plagiaires, 1988. J. van Straten, Opmars der plagiatoren. Handleiding voor de praktijk, 1993.