Plot/story

Complementaire begrippen die betrekking hebben op het handelingsverloop van een verhaal of toneelstuk. E.M. Forster, die het begrippenpaar introduceerde, noemde ‘story’ het louter chronologische handelingsverloop (en-dan-principe: ‘de koning stierf en dan stierf de koningin’) en ‘plot’ het causale handelingsverloop (daarom-principe: ‘de koning stierf en toen stierf de koningin van verdriet’; of: ‘de koningin stierf omdat de koning gestorven was’).

In het laatste voorbeeld werd de chronologische volgorde van het feitenverloop (story) a.h.w. omgekeerd (via permutatie wordt in de formulering het gevolg eerder vermeld dan de oorzaak). Zulke bewerkingen van de story (bv. via flashback en flashforward, wisselende verhouding Verteltijd/vertelde tijd, enz.) komen in de verhaalkunst frequent voor (zie het vergelijkbare begrippenpaar fabula/suzjet, waar fabula dan staat voor story en suzjet voor de bewerkte plot).

Door middel van de weglatingsproef (onderzoeken of bepaalde episodes of scènes weggelaten kunnen worden) of de omkeringsproef (nagaan of de volgorde van de episodes resp. scènes gewijzigd kan worden) is het mogelijk de consistentie van de plot vast te stellen.

Literatuur:  E.M. Forster, Aspects of the Novel, 1927, hfst. 2 en 5. P. Brooks, Reading for the Plot. Design and intention in narrative, 1984.