Practical criticism

Term ontleend aan het gelijknamige werk uit 1929 van I.A. Richards, grondlegger van een tekstgerichte literaire kritiek waarvan communicatie en evaluatie de pijlers zijn. In ruime zin is practical criticism synoniem van New Criticism of van Anglo-Amerikaanse kritiek in het algemeen. Door het gebruik van de term beklemtoont men zijn aversie voor theorie. ‘Practical’ criticism staat dan tegenover ‘philosophical’ of ‘theoretical’ criticism, dat veeleer zou aansluiten bij het continentale denken.

Literatuur: G.H. Hartman, ‘A Short History of Practical Criticism’ in New Literary History, 1979, pp. 495-509. R. Lumsden, ‘Is Practical Criticism Practical?’ in Journal of Literary Semantics, 1987, pp. 30-55.