Rap

(Eng. slang: vrijmoedig en ongeremd praten). Sterk ritmische en expressieve spreekstijl die typisch wordt toegepast in de hiphopmuziek; vandaar ook synoniem voor dit laatste muziekgenre (rap, rap music). Als een vorm van poëzie vindt de rap zijn publiek via de muziekindustrie, maar hij wordt ook live bedreven, waarbij het improviseren een cruciale rol speelt (zgn. freestylen). Dit kenmerkt rap als een moderne, grootsteedse vorm van orale (sien orale literatuur) poëzie. De rapper brengt dan in snel tempo lange, grotendeels ter plekke verzonnen monologen ten beste, die op rijm gesteld zijn en veel assonantie en alliteratie vertonen, en dit alles tegen een zwaar geritmeerde muzikale achtergrond waarin wordt voorzien door een draagbare klankinstallatie (de zgn. gettoblaster of boom box), door het vocaal imiteren van ritme instrumenten (de zgn. human beatbox), of door een deejay die met drummachines, platenspelers, mengpanelen en computers bestaande songs ‘samplet’, ‘scratcht’ en creatief bewerkt. De rap ontstond overigens in de jaren 70 van de twintigste eeuw toen zgn. MC’s (MC = master of ceremonies) op dansfeesten de deejays voorstelden, de muziek becommentarieerden en de aanwezigen toespraken met zoveel verbale bravoure dat de rap hieruit als een eigen muziekstijl ontstond. Rap werd een centrale component – naast het breakdansen, de graffiti kunst en de eigen kledij – binnen de bredere hiphopcultuur van achtergestelde zwarte en latino jongeren in de Bronx (New York City) en spoedig ook daarbuiten.

Rap werd een bijzonder succesvol segment van de internationale moderne muziek, maar blijft door zijn agressieve machostijl, de provocerende grofheid van het taalgebruik en zijn thematiek van de grootstad (armoede, promiscuïteit, drugs, bendes, geweld, misdaad als statussymbool) een subversieve en marginale dimensie bewaren, vooral in de zgn. gangsta rap. Hij kan daarbij de authentieke uitdrukking zijn van de assertiviteit en boosheid van verpauperde bevolkingsgroepen, of een hierop gebaseerde ‘stijl’ die commercieel gerecupereerd wordt door een muziekindustrie die grotendeels in rijke blanke handen is. Vaak gehoorde kritiek op de rap betreft hoe dan ook het feit dat hij raciale en seksuele vooroordelen versterkt en immorele, zelfs onwettige gedragingen verheerlijkt.

            Bekende mainstream rappers zijn Snoop Doggy Dog, Tupac Shakur, Dr Dre, 50 Cent en (de blanke) Eminem. Inmiddels zijn veel subgenres en menggenres ontstaan. De veelheid van stijlen wordt nog versterkt doordat de rap ook veel beoefenaars heeft gevonden in Europa en daarbuiten, waarbij men zich van het Engels kan bedienen ofwel van de eigen taal.

Literatuur: E. Beryl (red.), Double Talk Too, Rapoëzie (inl. G. Komrij), 1998. R. van Gogh (inl. en red.), Sprong naar de sterren: de laatste generatie dichters van de twintigste eeuw, 1999, p. 5-12. M. Forman & M.A. Neal (red.), That’s the Joint! The Hip-Hop Studies Reader, 2004.