Reader-response criticism

(Eng. reader = lezer; response = reactie). Stroming in de Amerikaanse kritiek die de klemtoon legt op de lezer, het leesproces en het effect van literatuur. De aanzet tot deze beweging lag in het werk van I.A. Richards, D.W. Harding en L. Rosenblatt uit de jaren 20 en 30.

De reader-response critics zetten zich af tegen het New Criticism en richten hun aandacht niet op de tekst, maar veeleer op de cognitieve activiteit van de lezer die betekenis produceert tijdens zijn lectuur. Bij zijn interpretatie wordt de lezer gedomineerd door (literaire) conventies (sien Conventie (literaire)) die tot stand zijn gebracht via het leesonderwijs of door een interpretatieve gemeenschap (S. Fish), d.w.z. een systeem van percepties, veronderstellingen en leesstrategieën die binnen een bepaalde groep worden gedeeld. Voor de psychoanalytisch gerichte critici uit deze beweging (Holland, Bleich) wordt de interpretatie veeleer gestuurd door de eigen, subjectieve manier waarop elke mens met zijn omgeving en dus ook met teksten omgaat. De lezer herschept de tekst naar zijn eigen identiteit. Zie ook lezer, receptieonderzoek.

Literatuur: D. Bleich, Readings and Feelings, 1975. N.N. Holland, Five Readers Reading, 1975. S. Fish, Is There a Text in this Class?, 1980. E. Freund, The Return of the Reader: reader-response criticism, 1987. W. Iser, Prospecting: from reader response to literary anthropology, 1989.  J.A. Dirksen, Lezers, literatuur en literatuurlessen: reader response criticism in de literatuurlessen Nederlands, 1995.