Revue

(Fr. overzicht). 1. Vorm van amusementstheater, bestaande uit korte stukjes zang, dans, mime, improvisatie en sketches, die elkaar snel opvolgen. De verschillende onderdelen kunnen een samenhang vertonen, maar dat is niet noodzakelijk. Vaak vertoont de revue een satirische inslag: bestaande toestanden, recente gebeurtenissen en bekende figuren worden op de korrel genomen. Belangrijk zijn verder het showelement en de schitterende kostumering. Wanneer dit verdwijnt ten voordele van het satirische, spreken we van cabaret; wanneer het showelement evenwel duidelijk de overhand krijgt, gaat het veeleer om variété. In Engeland werd de term revue het eerst vermeld in J.R. Planché’s Recollections (1872). De eerste Engelse revue waarnaar hij verwijst, Success: or a Hit if You Like It (1825), was een ‘overzicht’ van de voorbije theaterproducties van dat seizoen. De eerste bekende Nederlandse revue is De doofpot (1891) van August Reyding. In de eerste helft van de twintigste eeuw was de revue erg populair. Internationaal bekende revueartiesten zijn Maurice Chevalier, Charles Trenet, Josephine Baker en Frank Sinatra. Vanaf de jaren 50 is er concurrentie vanwege de tv-shows. De term revue wordt nu vooral gebruikt voor lokaal of publieksgebonden amusementstheater, bv. de revue van een stad, van een studentenvereniging.

2. Tijdschrift met een sterk gevarieerd aanbod: literatuur, kunst, architectuur, mode, actualiteit. Soms beperkt het aanbod zich tot een enkel domein, zoals taal- of letterkunde van een bepaald gebied. Bv. Revue des deux mondes (1829-1944); De Hollandsche Revue (1896-1936); Revue des lettres modernes (1954-).