Schwank

(Dts. klucht). 1. Een eenvoudig, realistisch grappig vertelsel, gewoonlijk uitlopend op een pointe. Het was vooral populair in de late middeleeuwen (verg. fabliau, facetie, boerde). Een groot aantal werd na de uitvinding van de boekdrukkunst verzameld en uitgegeven in zgn. Schwankbücher (Eng. jestbooks < Lat. gesta) die de realistische literatuur van de renaissance (o.m. de picareske roman) sterk hebben beïnvloed. Een bekend voorbeeld is Tyl Ulenspiegel (1515).

Als geestig verhaal is de Schwank enigszins verwant met onze hedendaagse grap of mop (Dts. Witz); deze laatste evenwel is in vergelijking met het oude kluchtverhaal korter en gevatter.

2. Als dramatisch genre een vorm van kluchtig volkstoneel te vergelijken met het esbatement* of de SOTTERNIE. Bekend zijn vooral de Fastnachtspiele (Dts. vastenavondspelen). Bv. H. Sachs, Der schwangere Bauer (1544).

Literatuur: E. Strassner, Schwank, 19782. W. Theiss, Schwank, 1985.D. Chiaro, The Language of Jokes. Analyzing verbal play, 1992. J. van de Kooi & Th. Schuster, Märche und Schwänke aus Ostfriesland, 1993.