(Eng. to thrill = (doen) beven, sidderen, huiveren). Verhaal, toneelstuk of film met een vlug actieverloop en handig opgebouwde suspense (zie spanning ). In romanvorm bevat de thriller vaak elementen van de misdaadroman (sien Misdaadverhaal, -roman ) en de detective, soms ook van de griezelliteratuur (zie gothic novel ) of van de sciencefiction (SF) . Het genre kende vooral in de twintigste eeuw een bloei als vorm van ontspanning.
Literatuur: J. Palmer, Thriller. Genesis and structure of a popular genre, 1978. M. Denning, Cover Stories: narrative and ideology in the British spy thriller, 1987. A. Combes, Agatha Christie. L’écriture du crime, 1987. Themanummer Bzzlletin, 1993, afl. 208. Cl. Bloom, Twentieth Century Suspense: the thriller comes of age, 1990. G. Swaenepoel (red.), Moord en doodslag: over misdaadliteratuur, themanummer Vlaanderen, 2004, afl. 302.