Travestie

 

(It. travestire = verkleden). 1. In ruime zin: een nabootsing van een ernstig literair werk waarbij de inhoud wordt behouden, maar de vormgeving veranderd, zodat een contrast tussen beide ontstaat. De travestie wordt aldus beschouwd als het tegenovergestelde van de parodie, maar heeft, door de analoge discrepantie tussen vorm en inhoud, een gelijkaardige, spottende bedoeling. Bv. Scarron, Le Virgile Travesti (1648-59).

2. In enge zin: verkleedpartij op het toneel of in een verhaal waarin een acteur een vrouwelijke rol of een actrice een mannelijke rol speelt. Het hieruit voortvloeiende spel van vergissingen komt heel vaak voor in blijspelen. Bv. Shakespeare, As You Like It (ca. 1599).

Literatuur: W. Karrer, Parodie, Travestie, Pastiche, 1977. W. Kusters, ‘Over het aantrekken van een broek’ in De Revisor, 1978, nr. 5, pp. 50-54 en nr. 6, pp. 56-59. R. Chamuleau, ‘Nep en namaak in de literatuur’ in Ricolet.Tijdschrift voor literaire curiosa, 1994, 2, pp. 25-39. H. Pleij, ‘Spectaculair kluchtwerk: de strijd om de broek als theater’ in H. van Dijk e.a. (red.), Spel en spektakel. Middeleeuws toneel in de Lage Landen, 2001, pp. 263-281 en 377-382.