Ahistorisch opgezette ordening van literaire werken (in genre(s) subgenres, teksttypen [sien teksttype ) op grond van principiële mogelijkheden (combinaties en variaties) van structuurelementen (bv. handeling, toestand, personages, tijd en ruimte binnen het werk) en structuuraspecten (bv. taalsituatie, point of view, voorstellingswijzen, enz.). Een typologische benadering is dus niet louter descriptief (nl. gebaseerd op een bestaand corpus van teksten), maar ook generatief: ze gaat na wat mogelijk is en onderzoekt welk effect die mogelijkheden kunnen sorteren. Een dergelijke ordening is eigenlijk een cognitieve ingreep waarbij aan het object een systematisch karakter verleend wordt.
In de praktijk is een typologie een classificatie die het object in onderscheiden klassen, groepen of soorten onderbrengt waartussen niet zozeer hiërarchische of genetische dan wel structurele relaties gelegd worden (zie ook comparatisme). De roman bv., een erg heterogeen en gediversifieerd genre, kan aldus op basis van dominante structuurelementen en de wijze waarop deze georganiseerd zijn, onderverdeeld worden in o.a. avonturenroman (nadruk op het gebeurteniskarakter van het verhaal, psychologische roman (voorstelling en analyse van een personage staan centraal), tijdroman (nadruk op de setting), enz. Zie ook teksttype , evenals de genreoverzichten in het zoekapparaat achteraan.
Literatuur: D. Durisin, Sources and Systematics of Comparative Literature, 1974, vooral pp. 159-178. K. Zimmermann, Erkundungen zur Texttypologie, 1978. K. Canvat, Enseigner la littérature par les genres. Pour une approche théorique et didactique de la notion de genre littéraire, 1999.