Vierdewandfictie

 

 

Illusie van een ruimtelijke scène met vier wanden (verg. kamer) waarvan er één is weggenomen. Deze fictie is typisch voor het ruimte begrip in de dramatiek. De personages doen alsof er geen toeschouwers kijken naar wat zij beleven. Als deze fictie niet bestond, dan zou de dramahandeling gestopt worden. Anderzijds wordt de aanwezigheid van de toeschouwers juist wel verondersteld, zoals blijkt uit conventies als terzijdes (terzijde) , monologen ad spectatores, enz. In bepaalde theatervormen (bv. het episch theater ) gebeurt een dergelijke doorbreking van de vierdewandfictie op meer permanente en programmatische wijze.